
Gids voor startende golfers
Een handige gids met de belangrijkste golfregels kort en krachtig uitgelegd. Ideaal voor beginnende golfers of golfers die snel een veel voorkomende regel willen opzoeken.
Etiquette
Veiligheid in de baan is belangrijk, een golfbal kan iemand namelijk aardig verwonden. Met de volgende punten kunt u de veiligheid vergroten.
- Veroorzaak met oefenswings geen schade en kijk uit dat u medespelers niet in gevaar brengt,
- Sla geen bal voordat spelers voor u buiten bereik zijn,
- Let op de voorrangsregeling van greenkeepers, normaliter betekent een zwaailicht dat u niet moet slaan,
- Bij dreigend gevaar na een slag roep ‘FORE’.
Golf is een zeer technische sport waarbij de concentratie hoog is. Het is daarom belangrijk dat u rekening houdt met uw medespelers. Met behulp van de volgende punten kunt u dit bereiken.
- Niet storen of afleiden als iemand slaat.
- Sta niet vlakbij of recht achter een speler die gaat slaan.
- Zet elektronische apparaten uit.
- Niet op iemands puttinglijn staan of schaduw veroorzaken.
- Blijf bij de green tot iedereen heeft uitgeholed.
- Score pas noteren op weg naar de volgende hole.
In de baan zult u merken dat iedere flight een ander tempo heeft. De doorstroming kan met de volgende punten optimaal behouden worden.
- Speel en loop in een vlot tempo.
- Houd aansluiting met de groep vóór u. U moet de groep achter u doorlaten als u een hele hole afstand verliest.
- Laat een snellere groep door als er ruimte is.
- Let op uw beurt en zorg klaar te zijn om te spelen.
- Speel een provisionele bal als uw bal misschien verloren is.
- Laat door als u waarschijnlijk lang moet zoeken.
- Voorkom onnodige schade aan de baan, volg richtingaanwijzers.
- Hark bunkers, leg plaggen terug en repareer pitchmarks op de green.
- Ga zorgvuldig om met de green en het gebied rond de hole.
- Loop niet met golfkarren op de voorgreen of tussen de green en bunkers.
Pitchmark repareren
Een golfbal die van een hoogte op de green neerkomt veroorzaakt een klein kuiltje. Dit kuiltje moet gerepareerd worden om de green in goede staat te houden en andere spelers geen last te bezorgen van dit kuiltje. Een pitchmark kunt u eenvoudig repareren met een pitchvork.
- Zet de pitchvork vlak naast de pitchmark in de grond.
- Beweeg de pitchvork naar de pitchmark toe, waardoor de grond zijwaarts naar de pitchmark beweegt en deze weer opvult.
- Herhaal dit enkele malen rondom de pitchmark.
- Probeer niet de pitchmark omhoog te ‘trekken’ door de pitchvork van de pitchmark af te bewe- gen. De wortels van het gras breken dan en de plek wordt bruin.
- Duw de ontstane oneffenheid plat met uw putter of uw voet.
Golfregels
- De Plaatselijke Regels op de scorekaart en het publicatiebord te lezen.
- Een merkteken op uw bal te zetten; veel golfers spelen met het- zelfde merk bal en als u uw bal niet kunt identificeren wordt hij als verloren beschouwd.
- Uw stokken te tellen; u mag hoogstens 14 stokken meenemen (regel 4.1b)
- is het niet toegestaan advies te krijgen of te geven van/aan andere behalve uw partner of caddie; informatie over golfregels, afstanden op de golfbaan en de positie van bunkers, vlaggen, etc is wel toegestaan (regel 10.2),
- is het niet toegestaan oefenballen te slaan tijdens een hole (5.5), maar chips en putts op de green van de vorige hole maken mag wel,
- is het niet toegestaan om bijzondere apparatuur te gebruiken tenzij specifiek toegestaan volgens de golfregels (regel 4.3).
- bij strokeplay; zorg dat de scorekaart volledig is ingevuld (inclusief handtekening van u en uw marker) en lever de scorekaart zo snel mogelijk in bij de wedstrijdcommissie (regel 6-6),
- bij matchplay; zorg dat de uitslag wordt doorgegeven.
Afslaan & de bal spelen
De afslagplaats is de startplaats van de te spelen hole. Het is een rechthoekige strook, twee stoklengten diep, waarvan de voorkant en de zijkanten worden bepaald door de buitenzijden van twee teemerken. Een golfbal is buiten de afslagplaats wanneer deze er geheel buiten ligt. Als u buiten dit gebied afslaat:
- strokeplay: u krijgt twee strafslagen en u moet de fout herstellen door alsnog vanaf de juiste positie af te slaan. Corrigeert u de fout niet? Dan wordt u gediskwalificeerd.
- matchplay: er is geen straf, maar uw tegenstander mag eisen dat u de afslag opnieuw doet, mits dit direct wordt gevraagd. In dit geval telt de eerdere afslag niet.
Regel 6 is van toepassing
Het zoeken naar een golfbal mag maximaal 3 minuten in beslag nemen. Tijdens het zoeken mag zand, water of planten opzij geschoven of verplaatst worden om de golfbal te vinden, zolang dit maar op een redelijke wijze wordt uitgevoerd. Mocht het zo zijn dat een golfbal diep in het zand van een bunker ligt, dan mag u het zand verplaatsen om de golfbal te identificeren. U moet daarna de ligging van de golfbal zo goed mogelijk corrigeren in de oorspronkelijke staat.
Als u een golfbal wilt opnemen om deze te identificeren, hoeft dit niet gemeld te worden aan de andere spelers, maar u dient wel de locatie van de golfbal te merken. U mag de golfbal niet meer dan nodig schoonmaken (op de green mag de golfbal wel grondig schoongemaakt worden) tijdens het opnemen en identificeren van de golfbal.
Speel de golfbal zoals deze ligt. U mag de condities die uw slag beïnvloeden niet verbeteren door:
- elk groeiend of vastzittend natuurlijk voorwerp, vast obstakel, integraal deel van de golfbaan, out-of-bounds markering of de teemarker (als u vanuit de afslagplaats speelt) te verplaatsen, bewegen of breken, of
- een los natuurlijk voorwerp of een los obstakel opzij te bewegen om een stand in te nemen, of
- het oppervlak van de grond te wijzigen, of
- zand of losse aarde neer te drukken of te verwijderen, of
- dauw, rijp of water te verwijderen.
Als uw bal in een bunker of in een hindernisligt, mag u:
- de grond of het water aanraken zonder hierbij de condities te testen of te verbeteren,
- losse natuurlijke voorwerpen en losse obstakels verplaatsen.
Als u de verkeerde golfbal speelt
- strokeplay: u krijgt twee strafslagen en u moet de fout herstellen door de juiste bal te spelen (regel 6.3c),
- matchplay: u verliest de hole.
Spelen van een verkeerde plaats
Strokeplay: als u afslaat op de verkeerde hole dan moet u de hole niet uitspelen. De slag vervalt en u gaat alsnog naar de juiste afslag en telt twee strafslagen bij uw score op.
Matchplay: de tegenstander kan uw slag annuleren en eisen dat u alsnog vanuit de juiste afslagplaats afslaat. Er is geen verdere straf.
Regel: 6.1b
Strokeplay: als u afslaat op de verkeerde hole dan moet u de hole niet uitspelen. De slag vervalt en u gaat alsnog naar de juiste afslag en telt twee strafslagen bij uw score op.
Matchplay: de tegenstander kan uw slag annuleren en eisen dat u alsnog vanuit de juiste afslagplaats afslaat. Er is geen verdere straf.
Regel: 6.1b
U speelt van een verkeerde plaats:
- Als u een slag doet naar uw bal die is bewogen of opgenomen en die niet op de juiste plaats is teruggelegd.
- Als u een slag doet naar een bal op een deel van de baan waar geen slag mag worden gedaan (bijvoorbeeld vanuit een grond in bewerking (GUR) of een verboden speelzone).
- Als u een slag doet naar een bal die op een verkeerde plaats is gedropt of geplaatst.
Voor elke situatie geldt een ander aantal strafslagen, maar als u de bal op een verkeerde plaats heeft gedropt of geplaatst en u heeft hem nog niet gespeeld, kunt u de straf voorkomen door de bal op te nemen en correct te droppen of te plaatsen.
Op de green
Op de green mag u:
- uw bal merken, opnemen en schoonmaken (plaats hem altijd op precies dezelfde plek terug), en
- schades zoals pitchmarks, oude hole-pluggen en spikemarks repareren.
U mag de vlaggenstok in de hole laten staan als u vanaf de green een slag doet naar de hole.
Regel: 13
Golfbal bewogen of van richting veranderd
Een golfbal moet gespeeld worden hoe deze ligt. Er zijn oorzaken waardoor de golfbal bewust of onbewust bewogen of opgenomen wordt. In het algemeen gelden de volgende regels.
Een golfbal in rust die door natuurkrachten wordt bewogen, moet normaal gesproken gespeeld worden vanaf de nieuwe locatie.
Een golfbal in rust die voor de slag opgenomen of bewogen wordt door iedereen waaronder een invloed van buitenaf, moet teruggeplaatst worden op de originele plek.
In de nabijheid van golfballen in rust wordt u geacht goed op te letten. Mocht u een beweging veroorzaken van uw golfbal of die van uw tegenstander, dan zult u normaal gesproken één strafslag krijgen (met uitzondering op de green).
Tijdens het zoeken naar een golfbal krijgt u geen straf voor het per ongeluk bewegen van een golfbal.
Als een golfbal op de green beweegt door natuurkrachten ligt het eraan of de bal opgenomen en teruggeplaatst is of niet om te bepalen hoe u verder moet spelen (regel 13.1d).
- Bal is al opgenomen en teruggeplaatst: de bal moet teruggeplaatst worden op de oorspronkelijke plek.
- Bal is nog niet opgenomen en teruggeplaatst: u speelt de bal vanaf de nieuwe plek.
Regels 9 en 13
Als een golfbal in beweging per ongeluk uzelf, elke andere speler of persoon, uw caddie, uw uitrusting of een invloed van buitenaf raakt en van richting wordt veranderd, volgt er geen straf voor geen enkele speler.
Als beide golfballen op de green lagen voordat u een slag maakt en u raakt hierna met uw golfbal de golfbal van een andere speler, dan krijgt u de algemene straf van twee strafslagen in Strokeplay.
Regel 11
Opnemen, droppen en plaatsen
Voordat een bal die moet worden teruggeplaatst, wordt opgenomen (bijv. wanneer een bal op de green wordt opgenomen om hem schoon te maken), moet de ligplaats worden gemerkt. ➞ R20-1
Wanneer de bal wordt opgenomen om iets te ontwijken volgens een regel, is het niet verplicht om de ligplaats te merken, al wordt het merken wel aanbevolen.
Het droppen van een golfbal moet vanaf kniehoogte en door de speler zelf uitgevoerd worden. Het droppen moet in een specifieke dropzone en bij het loslaten van de golfbal mag er geen effect aan de golfbal worden gegeven om de uiteindelijke ligging van de golfbal te beïnvloeden. De golfbal mag, voordat deze de grond raakt, de speler of zijn of haar uitrusting niet raken.
Het is belangrijk bij het droppen dat de kniehoogte wordt bepaald als de golfer rechtop staat, de kniehoogte verlagen door bijvoorbeeld te knielen mag niet. De golfbal moet in de dropzone worden gedropt, maar de speler mag binnen of buiten dit gebied staan tijdens het droppen.
U moet opnieuw op de juiste manier een golfbal droppen in de dropzone. Komt de golfbal weer tot stilstand buiten de dropzone, dan ontwijkt u een conditie op de volgende wijze:
- U plaatst de golfbal op het punt waar de golfbal bij de tweede drop als eerste contact met de grond maakte,
- Als de golfbal niet stil blijft liggen op deze plek, dan moet u de golfbal nogmaals op dezelfde plek proberen te plaatsen,
- Als de golfbal na de tweede keer plaatsen niet blijft liggen, dan moet u een golfbal zo dicht mogelijk bij de originele plek plaatsen waar de golfbal stil blijft liggen. Zie regel 14.2e met de voorwaarden die hierbij gelden.
Onderstaande illustratie geeft aan wanneer een correct gedropte golfbal wel of niet op de juiste plek stil komt te liggen.
Golfbal op de green helpt in het spel
Alleen op de green geldt dat een golfbal die op de green ligt en iemand kan helpen in het spel, gemarkeerd en opgenomen dient te worden. Een golfbal kan bijvoorbeeld dienen als referentiepunt of om een golfbal tegen te houden dichtbij de hole. Als een golfbal in het spel kan helpen, dan kan er ook voor gekozen worden om deze golfbal als eerste te spelen. Bij het opnemen vanaf de green mag de golfbal schoongemaakt worden.
Let op dat wanneer u en een andere speler afspreken om een golfbal te laten liggen zodat deze de andere speler kan helpen u beide twee strafslagen krijgen als er daadwerkelijk een slag gemaakt wordt na deze afspraak.
Golfbal hindert in het spel
U mag een golfbal overal op de baan alleen markeren en opnemen als de andere speler op een redelijke wijze vaststelt dat uw golfbal in de weg ligt voor zijn of haar spel. Bij het opnemen mag u de golfbal niet schoonmaken tenzij uw golfbal op de green lag. In Strokeplay mag u ook als eerste spelen als uw golfbal in de weg ligt.
Losse natuurlijke voorwerpen & losse obstakels
Een los natuurlijk voorwerp mag overal op of buiten de baan zonder straf weggenomen worden. Dit mag u doen door gebruik van uw hand, voet, club of andere uitrusting.
Als een bal beweegt bij het weghalen van een los natuurlijk voorwerp, moet de golfbal teruggeplaatst worden op de originele plek. Op de green en op de afslagplaats is dit zonder straf, in alle andere gebieden krijgt u één strafslag voor het bewegen van de golfbal bij het weghalen van een los natuurlijk voorwerp.
Een los obstakel mag overal op of buiten de baan zonder straf weggenomen worden.
Als een bal beweegt bij het weghalen van een los obstakel, moet de golfbal zonder straf teruggeplaatst worden op de originele plek.
Uitzondering: tee-markeringen mogen niet verplaatst worden als u vanuit de afslagplaats dient te spelen!
Als een golfbal op of onder een los obstakel ligt dan mag u op deze manier handelen. U neemt uw golfbal op, haalt het losse obstakel weg en u dropt uw golfbal in de dropzone. De dropzone heeft een referentiepunt dat precies onder de originele plek van de bal ligt en de dropzone mag twee clublengtes groot zijn. De dropzone mag niet dichter bij de hole liggen en moet in hetzelfde gebied van de baan liggen.
Vaste obstakels & abnormale terreinomstandigheden
Een vast obstakel is een kunstmatig object dat niet verplaatst kan worden (bijv. een schuilhut) of niet makkelijk verplaatst kan worden (bijv. een stevig in de grond geslagen richtingaanwijzer). Paaltjes of hekken die buiten de baan markeren, zijn geen obstakels. Als het obstakel op uw speellijn is, maar niet uw swing belemmert, mag u de belemmering niet ontwijken, tenzij zowel uw bal als de belemmering op de green zijn.
De volgende regel is van toepassing ➞ R24-2
Een abnormale terreinomstandigheid is tijdelijk water, grond in bewerking of een gat, hoop of spoor gemaakt door een gravend dier, een reptiel of een vogel.
De volgende regel is van toepassing ➞ R25-1
Vaste obstakels en abnormale terreinomstandigheden mogen zonder straf worden ontweken wanneer zij de ligging van de bal, uw stand of uw swing belemmeren, behalve wanneer de bal in een waterhindernis ligt. U mag de bal opnemen en droppen binnen een stoklengte van het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering, maar niet dichter bij de hole (punt P, zie tekening volgende bladzijde).
Als de bal op de green ligt, bij bijvoorbeeld een sprinkler, moet hij op het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering worden geplaatst. Dat kan buiten de green zijn.
Voor een bal die in de bunker ligt, bestaat de extra mogelijkheid de belemmering te ontwijken met een strafslag. U mag de bal buiten de bunker droppen op de rechte lijn die loopt vanaf de hole door het punt waar de bal in de bunker lag. U mag op deze lijn zo ver naar achteren als u wilt.
Ontwijken vaste obstakels en abnormale terreinomstandigheden
Ontwijken van vaste obstakels en abnormale terreinomstandigheden gaat volgens twee stappen; u bepaalt punt P en daarna dropt u de bal binnen een gebied van een stoklengte vanaf punt P.
Dichtstbijzijnde punt zonder belemmering, punt P
Punt P is zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal ligt
- niet dichter bij de hole, en
- waar als de bal daar zou liggen, de belemmering niet meer bestaat.
Bepalen van punt P (afbeelding 1)
- Neem de stok die u zou gebruiken om de slag te maken als de GUR er niet was geweest.
- Met deze stok simuleert u de slag, om te zien wanneer u geen last meer hebt van de GUR.
- Het punt waar uw stok op de grond rust, is het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering, punt P.


Droppen (afbeelding 2)
- Vanaf punt P mag u met 1 stoklengte een gebied afmeten, dat niet dichter bij de hole ligt.
- U dropt de bal binnen het gebied.
- De bal mag niet dichterbij dan punt P tot stilstand komen, en meer dan 2 stoklengten uit het gebied wegrollen.
Onspeelbare bal
U mag overal op de baan uw bal onspeelbaar verklaren, behalve in een waterhindernis, daar moet u de waterhindernisregel toepassen.
Als u uw bal onspeelbaar verklaart, dan kunt u met een strafslag:
- een bal spelen van de plek waar u het laatst gespeeld heeft, of
- een bal droppen zover als u wilt achter het punt waar de bal lag, waarbij u de hole, het punt waar de bal lag, en de plek waar de bal wordt gedropt op een rechte lijn moet houden, of
- een bal droppen binnen 2 stoklengten van de plek waar de bal ligt, niet dichter bij de hole.

De volgende regel is van toepassing ➞ R28
Als uw bal in een bunker ligt, mag u handelen zoals de algemene regel voor een onspeelbare bal. U moet echter bij het droppen in de bunker droppen als u op een lijn of binnen 2 stoklengten gaat droppen.
Waterhindernis
Als uw bal in een waterhindernis (gele palen en/of lijnen) ligt, mag u:
- de bal spelen zoals hij ligt, of
- een bal spelen van waar u de bal in het water sloeg (1 strafslag), of
- droppen zover als u wilt achter de waterhindernis waarbij u de hole, het punt waar de bal het laatst de grens van de waterhindernis heeft gekruist en de plek waar de bal wordt gedropt op een rechte lijn moet houden (1 strafslag).
De volgende regel is van toepassing ➞ R26
Laterale waterhindernis
Als uw bal in een laterale waterhindernis ligt (rode palen en/of lijnen) heeft u dezelfde mogelijkheden voor een bal in een waterhindernis:
- de bal spelen zoals hij ligt, of
- een bal spelen van waar u de bal in het water sloeg (1 strafslag), of
- droppen zover als u wilt achter de waterhindernis waarbij u de hole, het punt waar de bal het laatst de grens van de waterhindernis heeft gekruist en de plek waar de bal wordt gedropt op een rechte lijn moet houden (1 strafslag).
Als uw bal in een laterale waterhindernis ligt (rode palen en/of lijnen) mag u ook met 1 strafslag binnen 2 stoklengten droppen van, en niet dichter bij de hole dan:
- het punt waar de bal het laatst de grens van de hindernis heeft gekruist, of
- een punt aan de overzijde van de hindernis, even ver verwijderd van de hole als het punt waar de bal het laatst de grens van de hindernis heeft gekruist.
De volgende regel is van toepassing ➞ R26
Bal verloren of buiten de baan, provisionele bal
Bekijk de Plaatselijke Regels op de scorekaart om de grenzen van de baan vast te stellen. Deze worden in de regel bepaald door hekken, muren, witte palen of witte lijnen.
Als uw bal verloren is buiten een waterhindernis of buiten de baan ligt, moet u met een strafslag een andere bal spelen van de plek waar u het laatst gespeeld heeft, dat heet ‘slag en afstand’.
U mag 5 minuten naar een bal zoeken. Als de bal niet binnen 5 minuten is gevonden, is hij verloren.
De volgende regel is van toepassing ➞ R27
Een provisionele bal kan gespeeld worden als u denkt dat uw golfbal verloren is of buiten de baan tot stilstand is gekomen. Het zorgt ervoor dat het spel sneller hervat kan worden in het geval dat uw golfbal daadwerkelijk verloren of buiten de baan is. Om die reden is het raadzaam bij twijfel altijd een provisionele bal te spelen.
Als u denk dat de bal verloren is gegaan in een hindernis, is het niet toegestaan om een provisionele bal te spelen en dient u de hindernis volgens de golfregels te ontwijken.
Een provisionele bal moet u voor de slag aankondigen door het gebruik van de term 'provisionele bal' of op een andere duidelijke wijze.
U mag meerdere keren met een provisionele bal slaan, zolang de afstand van de provisional gelijk of verder is dan de (waarschijnlijk) verloren golfbal. Een provisionele bal komt in het spel als de originele golfbal niet is gevonden of buiten de baan ligt en wanneer u de provisionele bal toch speelt als deze dichterbij de hole ligt dan de originele golfbal.
Als uw oorspronkelijke bal op de baan wordt gevonden, moet u daarmee zonder straf doorspelen. De slag met de provisionele bal vervalt.
Als uw oorspronkelijke bal verloren is (buiten een waterhindernis) of buiten de baan ligt dan moet u met een strafslag doorspelen met de provisionele bal. De slag met de verloren bal en met de provisionele tellen ook mee. U gaat uw vierde slag slaan.
Wedstrijdvormen
Bij een matchplaywedstrijd speelt u tegen een tegenstander per hole. De laagste score op een hole wint . Wie de meeste holes in een wedstrijd wint, wint de wedstrijd.
Ook bij matchplay kunt u met handicapverrekening spelen. De Handicap Slagen worden per hole verrekend, de laagste nettoscore wint de hole.
De stand van de wedstrijd wordt aangegeven door het aantal holes dat een speler voor staat (up) of achter (down) staat. De uitslag wordt bepaald door het aantal holes dat nog te spelen is.
Een voorbeeld score is bijvoorbeeld 4 and 3: 4 ‘up’ en nog 3 holes te gaan. Als de stand gelijk is, wordt dit ‘all square’ genoemd.
De volgende regel is van toepassing ➞ R2
Bij een strokeplaywedstrijd wint de speler die na 9 of 18 holes het minste aantal slagen heeft. Alle slagen en eventuele strafslagen moeten worden geteld, er moet altijd worden uitgeholed. Het totaal aantal slagen is de brutoscore.
Bij een wedstrijd met handicapverrekening is de nettoscore de brutoscore minus het aantal slagen dat u krijgt volgens uw Playing Handicap.
De volgende regel is van toepassing ➞ R3
Het Stablefordsysteem is een puntentelling waarbij niet het aantal slagen wordt geteld, maar het aantal punten behaald op elke hole. Hierdoor is het de bedoeling om zoveel mogelijk punten te scoren in plaats van zo weinig mogelijk, zoals bij strokeplay waarbij het aantal slagen wordt geteld. Door deze manier van tellen, heeft een slechte score op een hole minder invloed op de totaalscore.
Uw handicap slagen worden volgens de Stroke Index over de holes verdeeld. Hoe hoger uw handicap, hoe meer slagen u over een hole mag doen om nog punten te krijgen.
Bij Stableford hoeft u niet uit te holen als u geen punten meer kunt halen. Dit bevordert de snelheid van het spel.
U vindt een uitgebreide uitleg over de puntentelling op de pagina Stableford puntentelling
Stablefordtelling
Als u op een hole uw persoonlijke PAR speelt, krijgt u daar 2 punten voor. Uw persoonlijke PAR bestaat uit de PAR van de hole plus eventuele handicap slagen.
Als u bijvoorbeeld Playing Handicap 22 heeft, krijgt u 22 handicap slagen. Dit betekent dat u in een 18-holeswedstrijd op elke hole 1 slag extra krijgt en op de vier moeilijkste holes nog eens 1 slag extra.
Punten | Aantal slagen t.o.v. persoonlijke PAR op elke hole |
---|---|
0 | 2 slagen of meer, geen score genoteerd |
1 | 1 slag extra |
2 | Zelfde aantal slagen |
3 | 1 slag minder |
4 | 2 slagen minder |
5 | 3 slagen minder |
6 | 4 slagen minder |
Op elke golfbaan worden de holes ingedeeld op moeilijkheidsgraad van 1 tot en met 18. De moeilijkste hole krijgt Stroke Index 1 en de makkelijkste hole krijgt Stroke Index 18. Op de scorekaart is de Stroke Index per hole vermeld met SI.
Een erkende marker is elke golfer die geslaagd is voor het golfregelexamen. Bij het praktisch examen van het golfexamen geldt dezelfde regel. Dit betekent dat u zelf kunt bepalen wie uw marker is.