0,00 EUR
Ontwijken vaste obstakels en abnormale terreinomstandigheden
Ontwijken van vaste obstakels en abnormale terreinomstandigheden gaat volgens twee stappen; u bepaalt punt P en daarna dropt u de bal binnen een gebied van een stoklengte vanaf punt P.
Dichtstbijzijnde punt zonder belemmering, punt P
Punt P is zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal ligt
- niet dichter bij de hole, en
- waar als de bal daar zou liggen, de belemmering niet meer bestaat.
Bepalen van punt P (afbeelding 1)
- Neem de stok die u zou gebruiken om de slag te maken als de GUR er niet was geweest.
- Met deze stok simuleert u de slag, om te zien wanneer u geen last meer hebt van de GUR.
- Het punt waar uw stok op de grond rust, is het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering, punt P.
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Droppen (afbeelding 2)
- Vanaf punt P mag u met 1 stoklengte een gebied afmeten, dat niet dichter bij de hole ligt.
- U dropt de bal binnen het gebied.
- De bal mag niet dichterbij dan punt P tot stilstand komen, en meer dan 2 stoklengten uit het gebied wegrollen.
De volgende regels zijn van toepassing R24-2 en 25-1
op dinsdag 03 juni 2014